Reisblog Oegandareis CLV 2019
Privé blog van Coen Klein Douwel
docent CLV en begeleider S2U-CLV groep
11 oktober 2019
De wereld in ...
We zijn op pad. 5 docenten, 24 leerlingen richting Oeganda. We hebben een fors programma voor de boeg. Eerst een dag acclimatiseren in Kampala en dan verdeeld over vier groepen naar 4 verschillende projecten. Een project kun je zien als een plek waar op allerlei manieren ontwikkelingshulp wordt gegeven. Onze leerlingen gaan onderzoeken en ontdekken wat er goed gaat en wat niet, hoe duurzaam bepaalde hulp is, of de locals de projecten zelf dragen etc..allemaal bedoeld om onze leerlingen de ogen te openen voor de successen en missers van ontwikkelingssamenwerking. Daarnaast zal de ontmoeting met Oegandese burgers en studenten onze leerlingen hopelijk brede perspectieven aanreiken op samenleven, werken aan de toekomst en zaken als armoede, onderwijs en vluchtelingenproblematiek. Deze ervaringen zullen voor altijd verbonden zijn met de klamme, hete, geurende, gastvrije indrukken die leerlingen zullen opdoen deze twee weken. Het zal hen een beetje meer wereldburger maken en hen helpen zich te positioneren in deze complexe wereld. Wat betekenen Afrikanen voor mij en wat kan ik voor hen betekenen? Wellicht ook willen na deze reis sommigen meer van de wereld zien en wellicht is dit voor anderen principieel de laatste vliegreis.
In Amsterdam begonnen we met een flinke vertraging. De marechaussee was druk met het tegenhouden en weer retour zenden van een ‘vluchteling’. Tsja we staan gelijk in het middelpunt van de internationale politiek. We worden geconfronteerd met de Turkijedeal, we vliegen naar Istanbul, de grootste stad van Turkije, een land dat net een oorlog is gestart in noord Syrië en waarvan de leider al gedreigd heeft met het opheffen van de deal. Aangekomen in Istanbul stappen we in een megalomaan vliegveld, net af, een prestigeproject dat moet wedijveren met de grote luchthavens uit de Golfregio. Als Turk zou ik er trots op zijn.
Nu onderweg, via Kigali (Rwanda) naar Entebbe vlakbij de hoofdstad van Oeganda, Kampala.
Wij gaan ons uiterste best doen om er een betekenisvolle en onvergetelijke reis van te maken.
12 oktober 2019
Dagje wennen
Deze keer er voor gekozen om eerst een dagje te wennen aan de ‘gekte’ en een beetje bij te komen van de heenreis voordat we ons in het diepe storten van de projecten. Na een nachtje van een uur of vier met brood! ontbeten in het door Nederlanders gerunde guesthouse. Wat een fijne mensen: het ondernemen zit hen in het bloed en dat kan in Oeganda zoveel makkelijker volgens hun zeggen. Zij hebben hun guesthouse inmiddels uitgebreid met een reisbureautje en het loopt als een tierelier. Simpel, schoon, fijne kamers en een geweldig dakterras waar je de drankjes nog zelf uit de koelkast mag pakken!
In de middag een tour de Kampala gedaan: wat ‘historische’ bezienswaardigheden bezocht: de Gaddafi-moskee en het koninklijk paleis van het Boeganda -koninkrijk met op haar terrein de martelkamers van Amin. Langs de ‘royal mile’ een weg van koninklijk parlement naar paleis zijn prachtige beelden te zien van groepen luipaarden, een nijlpaard, sprinkhanen, gordeldieren, impala’s en nog veel meer dieren. Deze representeren de clans binnen het koninkrijk. Trouwen binnen een clan is verboden, heel functioneel om de verbondenheid tussen clans in het koninkrijk te vergroten en om incest te voorkomen. Dit is de oude geschiedenis van Oeganda: hout, bamboe, natuurgodsdiensten en rituelen. Maar hier is niet zoveel meer van zichtbaar. De moderne staat koestert vooral de postkoloniale verworvenheden. De grote moskee gefinancierd destijds door de toenmalige Libische leider Gaddafi is een pronkstuk van enkele decennia oud. Geen mooi gebouw in mijn ogen, wel indrukwekkend groot en het reflecteert de gematigde islam in dit land: open voor andere opvattingen en godsdiensten. Architectonisch is de moskee een combinaties van Europese, Arabische en Afrikaanse stijlen. Natuurlijk de grote minaret beklommen met prachtig uitzicht over de vele heuvels van de stad die nu dankzij de wind en regen niet geheel in smog is gehuld.
Tussendoor hebben we kennis gemaakt met de verkeerschaos, de uitlaatgassen, de ontelbare winkeltjes en onderneminkjes, de schoolkinderen, de sloebers, de markthandelaren, de boda-boda’s, duizenden indrukken waarmee we onze onderneming starten!
Vanavond met elkaar aan de slag gegaan met de voorbereiding van komende dagen. De leerlingen zijn aan het werk gezet en beginnen door te krijgen dat zij zelf aan zet zijn in hun ontdekkingstocht hier in Oeganda.
13 oktober
Flowers
Gisteren een moskee, vandaag de Miracle church. Deze kerk van Robert Kayanja hebben we twee jaar geleden ook bezocht. Toen was Robert himself aanwezig. Nu was het allemaal wat kleiner. De professionaliteit van dansers en zangers spat er vanaf. Dit is een goed geoliede machine, dit is een miljardenimperium. Kijk maar eens naar de docu ‘God loves Uganda’, Oeganda als speeltuin voor Amerikaanse Evangelicals. Zou die anti-homowetgeving daar ook mee te maken hebben?
Onze leerlingen vonden het geweldig. Dan is dat Veenendaalse gedoe wel heel stijfjes en streng. Echt goede zangers, rappers, een goede band en fijne dansers en danseressen. Allemaal ter meerdere ere van Jezus en onze lieve Heer. Na aankomst werd er aandacht besteed aan ons als nieuwkomers: we konden gaan staan en er werd voor ons gezongen. Ik mag dan wel mijn bedenkingen hebben tegen dit instituut, het is voor veel Oegandezen een manier om met hun intense armoede om te gaan. Je leven in handen leggen van God gaat hier heel fysiek: gillen, dansen, ieder op zijn eigen manier.
Vanmiddag zijn we uit elkaar gegaan richting onze projecten. Ik heb met mijn groep 6 uur in een busje gezeten op weg naar Kumi. Wat een prachtig land, tenminste als je door de menselijke ellende, chaos en vervuiling weet heen te kijken. Zeker wat verder op het platte land kijk ik mijn ogen uit: rijstvelden, uitgestrekte suikerrietplantages, theeplantages en in de moerassen de papyrusvelden. Ook deze laatste worden op kleine schaal net als in de oudheid nog geoogst voor papier. Ik bewonder de bloeiende bomen, de prachtige lelie- of lotusachtigen in de moerassen en prachtige gekleurde vogels. Onze chauffeur lacht mij uit om mijn fascinatie. Hij zegt: First money then food and if you have that you can love flowers. Een hele fijne man die driver. Wat een verhalen, wat een geschiedenis, wat een droevige verhalen en wat een woede over de corruptie en de zelfverrijking van de Museveni-clan. Toch is zijn lach zo puur, zo ontspannen zo echt, daar ben ík jaloers op.
Kumi
Gisteren in Kumi was een rollercoaster. Twee aan twee hebben leerlingen gewerkt in een bakkerij, rondgestruind op een boerderij en zich laten voorlichten in een ziekenhuis. Indrukwekkend en leerzaam, met zijn tweetjes deeg kneden en babbelen met de vrouwen uit de bakkerij. Ook het ziekenhuisbezoek was bijzonder. Leerlingen werden meegenomen naar alle afdelingen en kwamen in kamers waar kinderen lagen te kermen of gewonde mensen binnen werden gebracht. Ondertussen vragen stellen aan de begeleidend arts. Dit project moet over een paar jaar op Oegandezen draaien. Ik ben benieuwd: Er zijn zeker Oegandezen die een project of bedrijf kunnen leiden maar er zijn er ook talloze waarbij voordeeltjes op korte termijn het winnen van wat langere termijn belangen. Ondernemen op onze westerse wijze is moeilijk hier, zowel voor westerlingen als Oegandezen.
Ook een inkijkje gekregen in het melkveehoudersbedrijf binnen dit project. Een Nederlandse boer probeert hier Europese runderen in te kruisen bij Afrikaanse soorten. Melkopbrengsten zouden zo moeten worden verhoogd terwijl immuniteit tegen lokale ziekten in stand blijft. Lastig hoor, corrupte vaccins, werklui die niet op komen dagen, tijden van grote droogte, een veranderend klimaat. Nog op bezoek geweest bij de Anglicaanse bisschop om te spreken over grondverkoop. Uitbreiding van de weidegrond maakt uitbreiding van de veestapel mogelijk zonder dat je allerlei voedsel moet inkopen. Vanochtend hebben we geholpen bij het melken en hebben we gezien hoe de koeien in een chemisch bad werden ondergedompeld. In tegenstelling tot bij de inheemse rundersoorten kunnen de onze niet tegen de ziektes die worden overgedragen door teken. Je vraagt je af wat een kunstmatige bende het wordt als we al onze soorten gaan mixen. Zou biotechnologie uiteindelijk uitkomst bieden? En wie gaat er dan met de eer strijken?
Je krijgt hier zoveel beelden binnen dat je af en toe hele domme dingen zegt of doet. Onze bloopers houden we bij. Wat dacht je van deze: in de orthopedische werkplaats mocht ik wat foto’s maken. Zie ik zo’n heel mooi ligfietsje waar je met je handen mee de trappers kunt ronddraaien. Vraag ik aan een werknemer die erbij zit of hij die ook gemaakt heeft en maak een foto. Zie ik op de foto ineens een paar veel te korte beentjes..... Nou ja, een blooper navertellen is er weer één.
Banda
Spannend om onze leerlingen voor een nacht te droppen in een heeeele primitieve banda, zo’n kraal van ronde hutjes met rieten daken in the middle of nowhere. Wat een parel van een plek zo vlak aan het meer. De leerlingen hebben op de markt 2 levende kippen gekocht en meegenomen voor het diner. Siem heeft de slachtpartij voor zijn rekening genomen: hij trok bleek weg toen hij het halsje doorsneed en het lijfje bleef spartelen. Verse vissen uit het meer werden geroosterd op houtvuur en in de maneschijn werd er gegeten, gedanst en werd er naar hartelust door de jongeren uit de kraal en omliggende kralen gevoeld en getast aan die mzungulijven. Niet kwaadaardig maar wel vervelend. Ik heb dit allemaal van horen zeggen want ik was voor het donker weg. De volgende ochtend zijn we teruggegaan, hebben ons busje uit de modder getrokken en gewacht op de leerlingen die de kinderen uit de kraal naar school aan het brengen waren. Wat een mooie verhalen en wat een gezichten...wel toe aan een frisse douche.
Goed om je te realiseren dat zeker meer dan de helft van de 64 miljoen Oegandezen zo leeft: een bak maispap per dag en af en toe een stukje vis of kip. Niets te makken, geen elektriciteit, tijd speelt geen rol maar wat een blijmoedigheid. Dit platteland kan natuurlijk geen stand houden, het zijn de laatste stuiptrekkingen, de mobiel heeft haar intrede gedaan en de jongelui trekken naar de steden. Het is wachten op elektriciteit hier en de tv en dan is alles om zeep.
Verdienmodellen
We zijn weer bij elkaar. 4 groepjes proberen weer één te worden. Wat een verhalen en hoe verschillend hebben we het gehad. Weinig tijd voor uitwisselen van verhalen: tot diep in de nacht moesten groepjes al weer aan de slag met hun presentaties voor de volgende dag. Geslapen op de female campus van de islamitische universiteit IUIU en daar in de ochtend warm ontvangen. In de conferencehall sprak in de ochtend een Oegandese vertegenwoordigster van OXFAM-NOVIB. Zij informeerde ons over het vluchtelingenbeleid van Oeganda. Deze bijdrage werd voorafgegaan door een bijdrage van Leonie en Adam over het vluchtelingvraagstuk in Europa en Nederland. Geweldig hoe zij in het Engels aan de hand van het persoonlijk familieverhaal van Adam een beeld wisten neer te zetten. Daarna samen met de Oegandese meiden gediscussieerd over achtergronden van vlucht en over de daarbij betrokken hulporganisaties. Interessant is het open border beleid van Oeganda. Dat levert hen 1,5 miljoen vluchtelingen op die hier een bestaan mogen opbouwen. Met die miljoenen stromen ook de miljarden dollars binnen van UNHCR en andere organisaties. Een interessant verdienmodel toch? Betaalde liefdadigheid. Het lijkt de Turkijedeal wel. Veel Zuid-Soedanezen vangen in Oeganda de hulp en piepen vervolgens de grens over om daar hun landerijen te bewerken. Complex hoor.
In de middag hebben wij 3 business plan awards uitgereikt op Multitech University, een soort MBO-instituut. Studenten met goede bedrijfsplannen konden na presentatie een award vergezeld met een voorwaardelijk geldbedrag winnen. Onze leerlingen beoordeelden de presentaties en plannen en bepaalden de winnaar. Er ontspon een leuke discussie over een bedrijfsplan voor een konijnenfokkerij. Technisch gezien het beste bedrijfsplan maar in onze ogen te dieronvriendelijk. De vraag is eigenlijk of je wel met onze ogen (en met geheven vingertje) naar de Oegandese plannen moet kijken. De Oegandezen waren in ieder geval hogelijk verbaasd dat ‘Rabbit Empire’ niet in de prijzen was gevallen.
In de avond hebben we ons laten verwennen in Javas, een luxe eettent met heerlijke smoothies, burgers, enchilladas en meer. Best lekker na al die rijst, matoke en rundvleessoep. Vanwege de jarigen werd er een grote chocoladetaart aangerukt en onder begeleiding van wat Afrikaanse tamtam op tafel gezet.
Bijltjesdag
Deze ochtend weer een awardceremonie maar dan bij onze gastvrouwen van IUIU. Verrassend veel businessplannen die te maken hebben met de grote vervuilingsvraagstukken van Kampala en Oeganda. De winnaars maakten briketten van houtskoolstof, zand en veel plantenresten in zo’n combinatie dat een zeer volledig verbrandend product ontstaat. Veel beter dan al die houtvuurtjes hier en direct toepasbaar.
Tijdens de ochtendsessie ging het mis met een aantal leerlingen: van alle kanten spoot het eruit. Tsja dat zijn we gewend in Oeganda. Er volgden er echter snel meer en in de avond had zo’n beetje 75% het te pakken. Wat een ellende voor sommigen, dan wil je toch alleen maar thuis zijn. Anderzijds versterkt de ellende de onderlinge band tussen leerlingen: wat zorgden ze goed voor elkaar. De volgende ochtend hebben we de slechtsten achtergelaten en zijn we met wat lammen en blinden naar het rhino sanctuary gereden. Na een wandeling met laarzen door het water van de savanne toch 8 witte neushoorns gespot. Uitgemoord in Amin-tijd, nu voorzichtig op de weg terug. Dat we niet fit waren bleek wel uit de lichte hoofdjes van velen en we hadden zelf een flauwvalgeval dichtbij de neushoornkudde, niet echt een prettig idee. Het ‘beestje’ heeft trouwens een naam gekregen: het norovirus sloeg toe.
De nacht hebben we doorgebracht in Bumo, een accommodatie met allemaal schattige ronde hutjes met een bed en een klamboe erin. Pikkedonker, nachtinsecten, en na een kampvuur heerlijk geslapen.
We zitten nu aan de rand van het nationaal park Murchinson Falls. Morgen trekken we erin en is het tijd voor het toeristendeel van onze reis, safari. Vol verwachting klopt ons hart.
Godverlaten land
De titel van mijn blog over deze dag zo’n twee jaar geleden luidt: ‘in Gods country’. Een nummer van U2 en een samenvatting van mijn gevoelens over mijn eerste dag in het nationaal park Murchinson Falls. De uitgestrektheid en ongereptheid, de schitterende planten en dieren, de kleuren, geluiden en geuren, alles klopte.
Verontrustend vond ik het gister al dat we in de buurt van het park verschillende betonnen bedrijfsterreinen aantroffen van Chinese bouwbedrijven. Erger werd het toen bleek dat het oude 80 km lange zandweggetje door de savannebossen van het park op dit moment (overdreven fors) verbreed en geasfalteerd wordt. In eerste instantie denk je nog naïef: dat is voor de toeristen die zo wat sneller en comfortabeler bij de Nijl en de savanne kunnen komen, daar aangekomen werd de ontluistering compleet. De aankomstplek langs de Nijl was twee jaar geleden een paradijselijke plek, overal zag je hippo’s dobberen en je kon daar heerlijk wachten op de boot die je een onvergetelijke riviersafari bezorgde. Nu troffen we daar een bouwplaats aan met hijskranen, machines en een hoop herrie, er werd een enorme brug gebouwd over de Nijl, de geasfalteerde weg wordt gewoon doorgetrokken de savanne in. Wat ik uit verschillende bronnen destilleer is dat de Oegandese overheid een deal heeft gesloten met drie grote buitenlandse oliebedrijven. Zij krijgen concessies voor het exploiteren van olievelden rond Park Murchinson en in ruil daarvoor leggen de Chinezen allerlei infrastructurele werken aan in het land, nou die hadden we inderdaad gezien rond Kampala. Om die olie goed af te voeren wordt er dwars door het park een heuse snelweg aangelegd waar straks dag en nacht de trucks gaan rijden. Echt dwars door het leeuwen-, giraffen-, olifantengebied. Wat een ramp voor dit ecosysteem. Wij maakten al zure grappen: oliefanten, kokodrillen, kraanvogels en steenbokken zullen hier de dienst uit gaan maken.
Hoe is het in Gods naam mogelijk in deze tijd: nieuwe olieconcessies waar mega investeringen voor worden gepleegd. Of er wordt gedacht dat hier in 10 jaar tijd zoveel olie uit de grond kan worden gehaald dat de zaak rendabel wordt, of we zijn nog lang niet van die olie af....
Voor het toerisme hier lijkt het ook gedaan. Half afgebouwde lodges waar de bouw stilstaat tonen het huidige vertrouwen van projectontwikkelaars in de markt hier.
Wij hebben hier nog een paar hele mooie tochten gemaakt hoor (met de complete groep weer trouwens!), echt onvergetelijk maar voor mij met een hele dikke stroperige zwarte rand. Ik denk dat ik hier niet meer terugkom.
Wat een land dat Oeganda: God en geloof zijn hier overal, maar dit mooie land hier in het oosten is God toch echt vergeten...
ANWB Oeganda
Om kwart voor zeven vertrokken voor de ‘morning game drive’ met de opdracht ‘find the lion’. Er lopen er hier zo’n 250 rond maar wederom geen succes. Het is nat en het gras is lang. Wel is er een luipaard gespot! Ik vind vooral de scenery geweldig: de uitgestrekte savanne, de prachtige luchten, giraffen en buffels als kleine stipjes verspreid over de eindeloosheid. Die schaal, die onmetelijkheid...
Ook voor vogelliefhebbers is hier van alles te beleven: bijeneters, wevers, de Abessijnse neushoornvogel en de zeldzame schoenbekooievaar, weer zo’n beest wat weggelopen lijkt uit Jurassic parc. Na het middaguur op weg terug naar Kampala. Weer via 80 kilometer oerwoud via het tot snelweg om te bouwen zandpad. Op sommige plekken vol met kuilen, op andere met gravel, stukjes geasfalteerd en dan weer zand. En ja, na 50 kilometer zien wij een van onze 4-wheel drives op zijn kant liggen. Een slippartij op het gravel, er was geen houden aan. Gelukkig iedereen ongedeerd, wel werd het een flink oponthoud.
Ongelooflijk hoe zonder een Oegandese ANWB en met wat massagegeld met Jan en alleman die Landcruiser weer op zijn kant werd gehesen, een wiel werd gewisseld, werd opgepoetst en door onze eigen Cees werd weggesleept naar een tankstation in het 35 km verderop gelegen Masindi. Ondertussen moest nog wel even de parkwacht worden omgekocht om het park uit te komen met een gehavende auto, dit om te voorkomen dat het oponthoud nog langer zou duren. Binnen no-time kwam er in Masindi na wat getelefoneer een truck aangereden waar de auto werd opgeladen en op transport werd gezet richting Kampala. Nog wat geld er tegenaan gegooid om onze chauffeurs weer in het gareel te krijgen en ons naar Kampala te laten vervoeren. Alles lijkt hier te regelen met een beetje geld, beter gezegd: zonder af en toe met wat geld mensen aan het werk te zetten beland je in de officiële wereld met Oegandese officials die geen enkel belang zien in een vlotte afhandeling van jouw noden. Laat aangekomen in ICU Guesthouse. Het voelde als thuiskomen bij Thijs en Anne, de Nederlandse eigenaren.
De volgende ochtend gezamenlijke een eerste enigszins emotionele debriefing van de reis, wat hebben we samen veel meegemaakt!
Heerlijk hoe iedereen na een ochtendbezoek aan Kampala International University in de middag op de souvenirmarkt allerlei prullaria mocht kopen voor het thuisfront en voor zichzelf. Het zit er weer op. Op weg naar Entebbe Airport, Istanbul en Amsterdam.